Nadat een agent een schot heeft gelost met het politiewapen, moet dat onderzocht worden door een onafhankelijke partij: de Rijksrecherche. Dat is een onderdeel van het OM, en niet, zoals veel mensen denken, van de politie.
Omdat de politie een ‘geweldsbevoegdheid’ heeft, dat wil zeggen dat de politie ongestraft geweld mag gebruiken in bepaalde (gevaarlijke) situaties, is een agent die betrokken is bij een schietincident niet direct een verdachte. Ook al komt daarbij een persoon om het leven. Desalniettemin wordt elk geval bekeken en gewogen door de Rijksrecherche.
In 2016 werd een agent geraakt door een kogel die afgevuurd was door een collega. De agent raakte gewond en werd niet dodelijk getroffen. Vorig jaar kwamen vier mensen om het leven door een politiekogel. In 2014 kwamen twee mensen om door een politiekogel, waarvan één persoon zelfmoord pleegde.