Michael P. is de verdachte in de zaak Anne Faber. Vandaag, 29 november 2018, is de eerste dag van de dat hoger beroep. Hij heeft afgelopen juli aangegeven in hoger beroep te gaan. Vandaag berichten wij hier over de gang van zaken.
Vriend
De vriend van Anne, die uit de publiciteit wil blijven is vandaag in de rechtszaal aanwezig. Bij de eerdere zittingen, in Utrecht was hij er niet bij. Hij was zó teleurgesteld over het hoger beroep dat hij de zaak alsnog wil bijwonen. Andere media stellen vragen bij de rol van de vriend in de zaak. Vrienden en familie van Anne zitten, net als in de eerdere procesdagen, in een andere ruimte dan de verdachte Michael P. De advocaat van de familie van Anne spreekt van ‘gebrek aan respect’ dat P in hoger beroep is gegaan.
Het hoger beroep is ingesteld omdat de verdachte en zijn advocaat vinden dat er tijdens de arrestatie hardhandig werd opgetreden en dat er wetten en regels zijn geschonden. Michael wil dat de agenten vervolgd worden omdat ze hun werk niet goed hebben gedaan. Maar het OM heeft hen niet willen vervolgen. Dat is een schending van P.’s recht vindt de advocaat en startte een zogenaamde ‘Artikel 12’ procedure. Maar de rechtsgang was niet geschaad, volgens de rechtbank.
“Er is geen reden voor strafvermindering, omdat er door de harde arrestatie geen extra bewijs is geleverd” volgens de rechter. Advocaat Niels Dorrestijn somt daarna een aantal zaken op waarbij dat wel is gebeurd. Dat is belangrijk, omdat het Nederlands rechtssysteem uitgaat van het feit dat geen verdachte op een andere manier beoordeeld of veroordeeld dient te worden. Maar volgens Dorrestijn zijn bewust regels geschonden, en is hoe P. zou worden gearresteerd niet vastgelegd. ‘Dat impliceert opzet’ volgens de advocaat. Volgens een agent, die bij de arrestatie aanwezig was, mocht P. wel bang gemaakt worden, maar dat fysiek geweld niet was toegestaan.
Waar het nu om gaat is de vraag welke rechten van P. zijn geschonden en op welke manier. Welke consequentie dat gaat hebben voor bijvoorbeeld strafvermindering, zal later blijken. Pas volgend jaar zal de zaak inhoudelijk worden behandeld.