Vandaag begon in de rechtbank van Utrecht het proces tegen Gökman T. die in maart van dit jaar in een tram vier mensen doodschoot. De zaak begon met een zogenaamde ‘pro-forma zitting’.
In zo’n pro-forma zitting wordt de zaak niet inhoudelijk behandeld, maar wordt het politieonderzoek bekeken en wordt een algemene planning gemaakt voor het verloop van het onderzoek. De wet schrijft voor dat een verdachte na een bepaalde tijd in voorarrest voorgeleid moet worden.
Grote aandacht
De aandacht voor de zaak is, zoals verwacht, groot. Maar liefst vier zalen zijn in gebruik voor de zitting, voor pers, publiek en nabestaanden. Als de verdachte, gekleed in lang gewaad, binnenkomt, kijkt hij de zaal in. Hij is geboeid. Dat komt in Nederland niet vaak voor en de rechter maakte er een opmerking over.
Hij wilde niet bij de zitting aanwezig zijn. Maar omdat de rechter een ‘bevel tot medebrenging’ had afgegeven werd hij, tegen zijn zin in, toch naar de zitting gebracht. Opvallend was ook dat Gökmen geen advocaat heeft. Dat heeft hij uitdrukkelijk niet gewild. Hij erkent de rechtbank niet. Als rechters de zaal binnenkomen, staat men doorgaans op uit eerbied voor de rechters. Zo ook vandaag, maar Gökman blijft zitten. Gökmen heeft een baard laten staan en heeft hij een lang gewaad aan.
De rechter noemt Gökmen een ‘verdachte’ en de aanslag een ‘verdenking’. Maar daar wil Gökmen niets van weten: “Geen verdenking, ik heb bekend.”
Gökman T: erkent de NL democratie niet (het enige wat hij wel erkent dat zijn de sociale uitkeringen, dus dat is toch iets!) #proces #aanslag— Cor (@alletijden) 1 juli 2019
Gökman T. doet zich voor als gelovige moslim. Niets is minder waar. Hij is een drugsgebruiker, dief, draaideurcrimineel, en er loopt een aanklacht tegen hem wegens verkrachting. Hoe hypocriet kan je zijn.
Enkele tweets die verschenen op de dag van de eerste zittingsdag
— Ton Driessen (@ton3sen) 1 juli 2019
Geen advocaat
Al eerder heeft Gökmen gezegd geen advocaat te willen. Op dat vraag waarom Gökmen geen advocaat had, reageerde hij: “Dat heb ik al verteld. Ik ben geen democraat en ik erken jullie rechtbank niet. Dat heb ik meerdere keren duidelijk gemaakt maar jullie blijven het vragen.” Als de rechter vraagt of hij overziet wat de consequenties zijn van die beslissing, beroept Gökmen zich op zijn zwijgrecht.
Toen aan het einde van de zitting, rond half elf in de morgen, de rechters de zaal uitliepen begon Gökmen te schreeuwen. Hij beet de rechters toe “Jullie zijn minder dan…” Hij kon zijn zin niet afmaken, één van de nabestaanden, René Verschuur, overstemde hem met verwensingen: “Lafaard! Een varken ben je!” Daarop draaide de verdachte zich om. Verschuur keek hem daarop recht in de ogen. Tegen RTV Utrecht zei hij: “Ik zag een lege blik in zijn ogen. Hij schrok dat ik die gil gaf. Maar dat moest. Ik wilde gewoon geconfronteerd worden en ik wilde hem in zijn ogen kijken.”
Schelden
Ook eerder in de zitting wordt hem de huid volgescholden. Woorden als “klootzak”, “vuile rat” en “teringlijer” vliegen door de zaal.
Op het briefje, dat in de auto lag waarmee Gökmen is gevlucht stond “Ik doe dit voor mijn geloof. Jullie maken moslims dood. Jullie willen ons geloof van ons afpakken maar dat gaat niet lukken! Allah is groot!”
Verder verloop
De komende maanden wordt de verdachte overgebracht naar het Pieter Baan Centrum waar hij psychologisch wordt onderzocht. In augustus gaat het pro-formaproces verder. Begin volgend jaar zal de zaak inhoudelijk worden behandeld.