Deze week werd bekend dat een teamchef van de Landelijke Eenheid is aangehouden. De 47-jarige politieman wordt verdacht van zeer vertrouwelijke informatie te hebben gelekt naar een criminele organisatie. Hij is vorig jaar al buiten functie gesteld, maar dat dat nu pas naar buiten is gekomen heeft te maken met een diepgravend onderzoek naar de man en (het gevolg van) zijn gedrag. De politieman werkte voor de Dienst Specialistische Organisaties. Die voert onder andere geheime operaties uit zoals infiltratie, observatie, pseudokoop, waarbij de politie zich voordoet als klant, getuigenbescherming en het aftappen van telefoongesprekken en internetverkeer van verdachten. De opgepakte man had inzicht in alle lopende zaken en infiltraties in de criminele wereld waar de politie op dit moment mee bezig is. Dit wordt overigens ontkend door een woordvoerder van het Landelijk Parket.
Mollen
Lekkende agenten en overheidsbeambten worden ‘mollen’ genoemd. Mensen die vanuit de politie of andere instantie geheime gegevens lekken of verkopen, onder andere aan criminelen, is niets nieuws.
In 1997 werd een voormalige politiebrigadier uit Noord-Brabant gearresteerd. Hij werkte tot enige jaren daarvoor bij de politie in Brabant maar was nu als fraude- en securityspecialist bij PTT Telecom aan het werk. De man werd verdacht van lekken en het illegaal doorgeven van gevoelige informatie tussen de boven- en onderwereld. Hij had nog altijd contact met oud-collega’s, die zelf ook dankbaar gebruik maakten van zijn ‘diensten’. De man gaf bijvoorbeeld informatie van geheime telefoonnummers door aan zijn oud-collega’s zonder tussenkomst van de leidinggevende.
Aan het begin van deze eeuw dreigde een uitgebreid justitieel onderzoek naar een criminele organisatie ‘kapot’ te gaan door een lek. Het viel op dat als de Amsterdamse recherche opsporingshandelingen wilde verrichten, de hoofdverdachten exact op de hoogte waren wat er ging gebeuren en wanneer. Dat kon, na meerdere gevallen, geen toeval meer zijn. Eén van die hoofdverdachten was toen de bekende vastgoedhandelaar Willem Endstra. Zo bleek hij in 2000 getipt te zijn dat de politie zijn kantoor en woonhuis had afgeluisterd. Endstra, bijgenaamd ‘Stille Willem’ en ‘De Bankier van de Onderwereld’, werd op 17 mei 2004 in Amsterdam doodgeschoten.
Een ander, recent, voorbeeld is de voormalig politieman Mark M. Hij kreeg in februari 2018 vijf jaar cel wegens het lekken naar criminelen. Hij zou tonnen hebben verdiend met de verkoop. En begin december 2020 werd tegen een Utrechtse motoragent vier jaar cel geëist, omdat hij politie-gegevens had doorverkocht.
Onderzoek
In 1997 kwam er een wetenschappelijk onderzoek uit dat onder andere inging op de vraag aan wie geheime gelekte informatie werd verkocht. In het midden van de negentiger jaren ging de meeste vertrouwelijke informatie naar de georganiseerde misdaad en individuele grote en kleine criminelen. In mindere mate ging de info naar verzekeringsmaatschappijen, banken, belanghebbende burgers, privédetectives en particuliere recherchebureaus. Na het uitbrengen van dit rapport zijn de opsporingsbevoegdheden van de politie verruimd.
Toch was het in 2017, zo’n twintig jaar na het uitbrengen van dat rapport, nog altijd niet mogelijk voor leidinggevenden te controleren welke politie-beambte welke gegevens kon inzien. Ook kon de leidinggevende niet zomaar de autorisatie van een beambte stopzetten, zodat diegene nog altijd, illegaal, de gegevens kon inzien. Tegelijkertijd werd een toenemende druk gevoeld van criminele organisaties op de politie:
“In het criminele milieu lijkt de overtuiging te hebben postgevat dat, anders dan in het verleden het geval was, de eigen inspanningen niet primair gericht moeten zijn op het ontwijken van de overheid. Het kan vanuit crimineel perspectief bezien ook uitermate zinvol zijn om dicht tegen de overheid en in dit geval de rechtshandhaving aan te kruipen.”
Rapport Georganiseerde Criminaliteit en Integriteit van Rechtshandhavingsorganisaties, 2017
Om het lekken en de corruptie van de politie in het algemeen zo veel mogelijk tegen te gaan, worden aspirant-agenten onderworpen aan een zogenaamd ‘integriteitsonderzoek’. Zo’n onderzoek moet aan het licht brengen dat de aankomende agent van onbesproken gedrag is.
Maar dat dat niet altijd goed verloopt, bewijst het verhaal van ‘Dennis’. Hij zou tijdens een cursus een onderzoek geplagieerd hebben en werd teruggezet in rang. Pas vier jaar later werd hij gerehabiliteerd, na een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
In een reactie zei korpschef Erik Akerboom in 2017 dat de integriteitscontroles steeds verder ontwikkeld werden.
“Ik heb vertrouwen in al onze mensen. Ongeacht iemands afkomst of voorkeur. Totdat wie dan ook dat vertrouwen beschaamt, uiteraard. Dan volgen strenge maatregelen. Zonder aanzien des persoons. (…) Dankzij een in ontwikkeling zijnde koppeling van ons personeelsbestand met justitiële systemen weten we straks direct dat een collega is veroordeeld.’
Korpschef Erik Akerboom in een reactie op het nieuws in 2017