Hoewel Gökman T., de Utrechtse tramschutter, een bevel had om vandaag in de rechtbank te verschijnen, was hij er niet. Tot frustratie van nabestaanden.
Op 18 maart van dit jaar schoot Gökman een aantal mensen neer in een Utrechtse tram. Na een klopjacht door de stad werd diezelfde avond Gökman T. gearresteerd. Hij werd direct in hechtenis genomen. Er werd een stille tocht georganiseerd waar duizenden mensen bij aanwezig waren.
Vandaag ging de zaak verder tegen T. met een derde regiezitting. Normaal gesproken komt iedereen binnen, ook de verdahte, daarna de drie rechters. Maar nu niet. De rechters komen binnen, iedereen staat op. Maar de verdachte is er niet. Ondanks het ‘bevel van medebrenging’ is T. dus niet aanwezig tijdens de zitting.
Niet aanwezig
De voorzitter van de rechtbank, mr. Ruud Velthuisen, spreekt van een incident deze ochtend, in de gevangenis waar Gökman in voorarrest zit. Hij zou zich hebben verzet voor het transport naar de rechtbank in Utrecht. Daarop is besloten dat de verdachte niet naar Utrecht hoefde te komen. Daarom kijken de pers, de nabestaanden, de rechters en de advocaten van de nabestaanden tegen een lege stoel. Dit tot grote frustratie van deze nabestaanden. De rest van de zitting wordt het commentaar op de rechters en de verdediging fluisterend gegeven.
Agressie
Voor de nabestaanden zou dit een klap in het gezicht kunnen zijn. Maar de vraag dringt zich op in hoeverre T. iets zou zeggen of verklaren als hij wel zou zijn verschenen, tegen zijn zin in. En een speciale eenheid zou moeten worden opgetrommeld om hem te dwingen te komen. Dat zou wel twee uur vertraging hebben kunnen geven, volgens de officier van justitie. Zij zegt ook dat de zaak nu nog niet inhoudelijk behandeld wordt, dus niet de feiten van de zaak staan nu centraal, het gaat nu alleen over de stand van de onderzoeken daarnaar en de onderzoeken naar de geestesvermogens van Gökman. “Het mag niet zo zijn dat verdachte dicteert wat hier gebeurt” zegt de officier.
De rechter wil geen geweld tegen de verdachte bij het transport. Daarop roept René Verschuur, de vader van de omgebrachte jonge vrouw Roos: “Hij heeft ook geweld gebruikt tegen mijn dochter!” Hij wordt vriendelijk maar dringend verzocht zijn emoties te onderdrukken. De vorige keer verliep het einde van de zitting rumoerig, toen hij en anderen Gökman allerlei verwensen toeriepen. Anders dan in sommige rechtszalen is er nu geen scheidingswand tussen het publiek en de plek waar de verdachte zou zitten.
Er is overwogen om de zaak achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. Het gevaar voor de ‘persoonlijke levenssfeer’ van de verdachte zou dat kunnen rechtvaardigen. Maar, zo zegt de rechter, “de maatschappelijke impact van de daad is belangrijker dan de persoonlijke levenssfeer van Gökman.
In het rapport van het Pieter Baan Centrum, waar Gökman is onderzocht, valt te lezen dat de verdachte “een gebrekkige ontwikkeling van de geest heeft”. Hij wordt verdacht van een aantal zaken:
- Moord met terroristisch motief
- Poging tot moord met terroristisch motief
- Bedreiging met terroristisch motief van de slachtoffers in en buiten de tram
- Mishandeling van een medewerker van het Pieter Baan Centrum in Lelystad op 25 februari
Geen advocaat?
De rechtbank had het vermoeden dat Gökman een geestesstoornis heeft en daardoor zijn eigen verdediging niet kan voeren. Tegen zijn wil in is hem toen een advocaat, André Seebregts, toegewezen. Maar volgens het rapport van het PBC (Pieter Baan Centrum) is Gökman goed op de hoogte van het proces en de rechtsgang en de mogelijke consequenties, dus, zo zegt advocaat Seebrechts, “daarom vraag ik de rechtbank deze beslissing te herzien.”
Wel een advocaat
Het Wetboek van Strafvordering geeft twee redenen waarom een verdachte een advocaat kan worden toegewezen: als de verdachte jonger is dan 16 jaar of als de geestesvermogens zodanig slecht zijn dat de verdachte zijn eigen verdediging niet kan voeren. “Beiden zijn hier niet het geval” aldus de advocaat. “Maar zijn nog twee varianten denkbaar” volgens Seebrechts. De rechtbank zou hem kunnen helpen, of er wordt een ‘amicus curiae’ aangesteld. Letterlijk betekent dat ‘vriend van de rechtbank’ en is een persoon die gevraagd en ongevraagd adviezen of meningen kan uitbrengen.
Seebrechts zegt dat T. nu in de terroristen-afdeling zit in de gevangenis. “Dat betekent dat hij elke keer dat hij de gevangenis verlaat een visitatie plaatsvindt.” T. wordt dan anaal onderzocht. Bij verzet wordt hij door acht mannen, met helmen, schild en wapenstok, gedwongen zich uit te kleden. “Een buitengewoon ingrijpend en traumatiserend” noemt Seebregts het. Vanuit het publiek wordt besmuikt gelachen. De zitting wordt een uur geschorst.
Als de rechters na de schorsing de zaal weer binnenlopen, staat de vader van Roos staat niet meer op. Hij blijft zitten en schudt zijn hoofd. De rechter opent de zitting. Hij komt terug op het verzoek van T.’s advocaat om zichzelf te laten verdedigen. “Een begin van een gesprek met T. is niet mogelijk” zegt de rechter, tevens rechtbankvoorzitter. “Kortom: zijn verzoek wordt niet ingewilligd.” Begin maart volgend jaar gaat de zaak verder. De zitting wordt weer gesloten.